“Wees minder bescheiden Groningen!”
RWE investeert grootschalig in de Eemshaven
Groningen is de energieprovincie van Nederland. Er wordt nu nog overwegend fossiele energie geproduceerd. Straks is dat volledig groen. “We moeten trots zijn op wat we in Groningen bereiken”, vindt Marinus Tabak, hoofd van Central Asset Management bij RWE. Het bedrijf kocht onlangs de Magnumcentrale in de Eemshaven en heeft voor vijf miljard euro aan duurzame investeringsplannen liggen.
Bijna tien jaar geleden ging Marinus Tabak in de Eemshaven aan de slag als teameider performance engineering. Toen hij werd gevraagd voor de baan bij de energiecentrale van RWE, werd hem op het hart gedrukt dat het wel helemaal in de Eemshaven was.
Als geboren Fries had hij juist wel wat met de plek. Tabak: “Ook al was er nog niets toen mijn vader er vroeger met mij wel eens naar toe reed. Inmiddels is dat wel anders! Er is hier al ontzettend veel opgebouwd. De komende jaren kunnen we dat verder uitbouwen. We moeten daarvoor wel meer de boer op, en soms wat minder bescheiden zijn als Groningers.
Al zijn hele leven is Tabak werkzaam in de energiesector. Na zijn studie in Groningen, Parijs en Amerika ging Tabak aan het werk bij Essent als managementtrainee en assistent-manager en vervolgens werd Essent overgenomen door RWE. Daar is hij nu hoofd Central Asset Management, waarbij hij zich onder meer buigt over welke investeringen RWE neemt als het gaat om de energietransitie.
“De transitie is eigenlijk één grote puzzel. Waar het vroeger al lastig was om met één technologie iets neer te zetten, moeten we nu allerlei technologieën met elkaar verbinden. Want je kunt niet kiezen voor één oplossing. We hebben alle mogelijkheden om schone energie op te wekken en op te slaan hard nodig willen we het redden. Wind, zon, batterijen, biomassa, waterstof, alles wat geen CO2 uitstoot. Om dat mogelijk te maken hebben we ook mensen nodig. Ook dat gaat niet vanzelf. Het is goed dat SBE zo hard op de trom slaat om aandacht te vragen voor het opleiden van technisch personeel”, aldus Tabak.
Onlangs heeft RWE de Magnumcentrale in de Eemshaven aangekocht. Tabak: “De centrale past in het plan dat we enige tijd geleden al hebben ontwikkeld. We verwachten dat Nederland straks een aantal grote energiehubs krijgt. Hubs waar al die verschillende technieken samenkomen. Daar zit straks de industrie en begint het transport van energie. En dat moet zo effectief en efficiënt mogelijk. We willen bij RWE van de Eemshaven zo’n geïntegreerde groene energiehub maken.”
Hij vervolgt: “Een logische stap is dan de aankoop van zo’n centrale: hightech, met mogelijkheid tot ombouw naar waterstof en met veel mensen die kennis en ervaring hebben. Maar we doen meer. We investeren in offshore wind en in waterstof. Zo bouwen we hier in de Eemshaven de grootste elektrolyser van Nederland. We hebben plannen voor de opslag van energie. En we willen de kolencentrale op duurzame biomassa laten draaien en CO2-negatief maken.”
“Kortom, RWE investeert enorm in die energiehub in de Eemshaven. Het gaat om plannen van in totaal zo’n vijf miljard euro. Dat biedt heel veel perspectief voor Groningen. Alleen al de bouw van de elektrolyser levert bijvoorbeeld al veel werkgelegenheid op. En we hebben straks ontzettend veel goedkope, betrouwbare en duurzame energie. Dat heeft een grote aantrekkingskracht voor allerlei sectoren”, voegt Tabak toe.
Het is nog niet gezegd dat die groene energiehub in de Eemshaven er ook daadwerkelijk komt. Tabak: “Stroom uit de Noordzee is daarvoor onmisbaar en er is nog een sterke concurrentiestrijd gaande over waar die stroom aan land komt. Daar moeten we goed aan blijven trekken, waarbij Groningen best wat fanatieker en besluitvaardiger mag optreden. Als we hier twijfelend overkomen, wordt er voor je het weet anders besloten en missen we de boot.”
“Ook op andere vlakken hebben we voor het realiseren van de energiehub trouwens nog werk te verzetten. Zo moeten we volgens de vergunning de elektrolyser in 2028 operationeel hebben; moet Gasunie ervoor zorgen dat de backbone op tijd klaar is om de groene waterstof naar de industrie te krijgen en moet het rijk al hun wet- en regelgeving aanpassen aan de snelle ontwikkelingen in de transitie”, vult Tabak aan.
Hij sluit af: “Dit is het mooiste moment om te werken in de industrie, we werken aan de moderne industriële revolutie. Als we de energietransitie niet goed aanpakken, dan heeft dat grote consequenties. Maar we zijn slim en innovatief en mogen daar best wat meer op vertrouwen.”