SBE werkt aan nieuwe industrieagenda. Duurzaamheid zonder businesscase niet haalbaar.
17 maart 2025 – Op 3 juni bestaat SBE 50 jaar. Een mijlpaal, maar vooral een moment om vooruit te kijken, vindt directeur Frans Alting. “De transitie is eigenlijk net begonnen en de komende jaren wachten ons nog hele grote uitdagingen. Dat vraagt om een hernieuwde visie.”
Met leden werkt SBE daarom samen aan een nieuwe industrieagenda. De vorige, opgesteld in 2017, richtte zich vooral op verduurzaming en CO₂-reductie. “Bedrijven zijn daar inmiddels volop mee bezig,” zegt Alting. “Maar nu moeten we een stap verder. We zien twee paradigmaverschuivingen die de koers van de industrie fundamenteler gaan bepalen.”
Industrie als pijler onder de leefbaarheid
De eerste verschuiving betreft de relatie tussen industrie en haar omgeving. “Bedrijven en samenleving zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden,” stelt Alting. “Industrie is altijd een essentieel onderdeel van de regio geweest; vroeger vanwege werkgelegenheid en de productie van goederen die we dagelijks gebruiken, nu ook als drager van voorzieningen, onderwijs en leefbaarheid in de regio.”
Volgens Alting is het een misvatting dat industrie alleen maar ten koste gaat van leefbaarheid. “Integendeel. De bedrijven in de havens vormen een belangrijke pijler onder de economische vitaliteit van Noord-Groningen. Dit moeten we actiever uitdragen. En we moeten de verbinding met de regio versterken. Een sterk bedrijfsleven draagt bij aan een sterke regio. Het is essentieel om hier goed te kunnen wonen en werken. Andersom draagt een sterke regio ook bij aan een sterk bedrijfsleven.”
Duurzaamheid zonder businesscase is onhoudbaar
De tweede verschuiving betreft de transities die op de industrie afkomen: de energietransitie, de grondstoffentransitie en de circulaire economie. “Deze ontwikkelingen zijn noodzakelijk om de planeet leefbaar te houden,” stelt Alting. “En daar staan wij volledig achter. Tegelijkertijd hebben we geleerd dat transities geen doel op zich kunnen zijn. Zonder een solide businesscase is geen enkel bedrijf in staat om te overleven.”
Daarom pleit Alting voor een nieuwe benadering, waarin de transitie een kader is, maar geen einddoel: “Duurzame verandering lukt alleen als het economisch houdbaar is. Dat betekent dat we niet alleen moeten kijken naar groene innovaties, maar ook naar hoe deze financieel renderen. Zonder deze tweede verschuiving, is de eerste ook niet mogelijk.”
Volgens Alting begint die businesscase bij betaalbare, duurzame energie: “Energie is de sleutel. Niet alleen voor het slagen van de energietransitie, maar ook om circulaire productie mogelijk te maken. Van afval nieuwe grondstoffen maken, kost energie. Als die energie te duur is, blijft circulariteit een papieren ideaal.”
De juiste vragen stellen
De sleutel voor deze paradigmaverschuivingen ligt volgens Alting niet alleen in het aandragen van oplossingen, maar vooral ook in het stellen van de juiste vragen: “We worden bijvoorbeeld in de energietransitie overspoeld met oplossingen, maar lossen ze daadwerkelijk problemen op? Of werken we vooral binnen bestaande overtuigingen zonder die echt ter discussie te stellen? Voor mij is het antwoord duidelijk. In de regio moeten we de voorwaarden scheppen om de transities te laten slagen. En dat begint met het stellen van de juiste vragen.”
Daarbij is het volgens hem ook nodig om de complexiteit te verkleinen: “We moeten niet alleen de juiste vragen stellen. Die vragen moeten ook heel gericht zijn op onze regio. Niet: ‘Hoe maken we de wereld CO₂-neutraal?’, maar: ‘Hoe zorgen we voor betaalbare, duurzame energie in Noord-Groningen?’ Die focus maakt de opgave behapbaar en concreet.”
SBE roept bedrijven in de regio op om gezamenlijk deze vragen te stellen. “We moeten in ons netwerk onderzoeken hoe we energie efficiënter kunnen inzetten en hoe we deze betaalbaar en duurzaam kunnen maken. Dat lukt alleen als er een businesscase onder ligt. Zonder economische houdbaarheid blijft het bij goede bedoelingen”, sluit Alting af.