Delfzijlse groothandel en familiebedrijf Delftechniek groeit stevig door
25 april 2024 – Delftechniek breidt uit. Inmiddels heeft de technische groothandel tien vestigingen. Dat is nog niet genoeg, vindt directeur en eigenaar Hiscal Hendriks: “We willen in ieder geval ook nog een vestiging in de Botlek”.
Als achtjarige hielp Hendriks al mee op de zaak. Zijn vader verleidde hem met een gevulde koek om op zaterdagen mee te helpen met vakkenvullen. “Op de radio was dan de dik voor mekaar show met onder andere André van Duin. Vanaf toen wilde ik al het bedrijf in en na mijn studie ben ik dan ook direct hier begonnen. Daarna wist ik langzaam op te klimmen in het bedrijf. Ik heb alle stadia doorlopen. Naast mij werkt ook mijn broer in de zaak. En mijn andere broers hebben ook een eigen bedrijf. Het ondernemerschap zit ons in de genen”, vertelt Hendriks.
Vader Hendriks kwam naar Delfzijl om een zaak in automaterialen op te zetten. Hendriks: “Dat was in 1978. De Eemshaven was nog in aanbouw en hij zag wel klandizie in deze regio. Aldel werd met de eigen werkplaats voor vervoersmiddelen de eerste industriële klant. Met de overname van Delken IJzerwaren werd het aanbod breder en kwam onder meer Akzo erbij als klant. Intussen kent de industrie in de Eemsregio ons goed.”
In 2005 werd de vader van Hendriks ziek en overleed op jonge leeftijd. Als 33 jarige nam Hendriks de zaak over. “In 2015 hebben we de automaterialen divisie verkocht. Dat was best spannend. Je verkoopt toch ongeveer een derde van je omzet. We wilden ons echter focussen op de industrie en de maritieme sector. Daarvoor zijn we de boer op gegaan”, aldus Hendriks.
Tekst gaat verder onder de foto
Hiscal Hendriks – Directeur-eigenaar Delftechniek
Met een aantal strategische overnames heeft Delftechniek intussen tien vestigingen en zo’n 150 man personeel in dienst. Hendriks: “Onze hoofdvestiging zit nog steeds in Delfzijl. Ook de andere vestigingen zitten allemaal in de buurt van industriële clusters. De meest zuidelijke vestiging is nu Wormerveer en we willen in ieder geval ook nog een vestiging in de Botlek. Ik word erg blij van groeien en ondernemen. Ik ben onrustig van aard en wil niet alleen maar op de zaak passen. Daar worden mijn mensen ook wel eens gek van. Het is de kunst om iedereen mee te krijgen door je doelen intern goed te blijven communiceren.”
Hij vervolgt: “Waar mijn vader nog wel eens met de vuist op tafel sloeg, run ik het bedrijf op mijn eigen manier. Ik vind dat je ook je mensen moet laten groeien en zie graag dat ze plezier in hun werk hebben. Daarvoor leg ik verantwoordelijkheden laag en delegeer ik taken. Ook werkdruk is bij ons een belangrijk thema. Naarmate we groeien, wordt het wel lastiger om de verbinding te behouden. Je hebt als familiebedrijf ook een specifieke cultuur die we vast willen houden. Als vestigingen steeds verder weg zitten, dan moet je daar wel aan werken. Dat begint al voorafgaand aan een overname door goed onderzoek te doen naar zo’n bedrijf. Naast onderzoek vanachter je bureau, ga ik ook wel anoniem als ‘mystery shopper’ wat kopen bij zo’n bedrijf. Puur om te kijken hoe ze werken.”
Er zijn veel technische groothandels in Nederland. Het succes van Delftechniek zit hem dan ook niet zozeer in wat ze doen, maar in hoe ze het doen. “We willen snel leveren, zorgen dat we de benodigde kennis van zaken hebben, slim innoveren en afspraken nakomen. Maar bovenal investeren we in de binding met onze klanten. Dat kan als familiebedrijf ook omdat de focus meer ligt op continuïteit dan op winstgevendheid. Natuurlijk is winst wel belangrijk, maar ik krijg het van medewerkers terug op mijn bordje als het teveel over geld gaat. Wij kijken naar de lange termijn”, vertelt Hendriks.
De groothandel loopt voorop op het gebied van innovatie. Hendriks: “Naast het leveren van MRO-artikelen in de volle breedte aan klanten in de industrie en maritieme sector, doen we ook aan magazijnbeheer, scannen van artikelen, uitgiftekasten en kledingmanagementsystemen. We hebben een webshop met OCI koppeling voor ERP-systemen en we willen zoveel mogelijk duurzaam en circulair werken. We zijn ons wagenpark aan het elektrificeren, we zijn bezig met de verduurzaming van onze panden en oude kleding kan men bij ons terugbrengen zodat Van Hulley er weer nieuwe spullen zoals tassen van kan maken. Overheden vinden dat vooral belangrijk, maar ook bij de industrie zie je langzaam een transitie plaatsvinden.”
Hij vult aan: “Het leukste vinden we de klussen waar wat kunst- en vliegwerk voor nodig is, zoals bij stops. Vaak hebben bedrijven die van voren tot achter wel gepland, maar er zijn altijd wel zaken waar overheen is gekeken. Als net dat ene pakkinkje mist en wij die supersnel op de locatie kunnen krijgen, dan zijn we in ons element. Dat is voor ons echt een sport.”
Naast directeur van Delftechniek is Hendriks al jarenlang bestuurder van SBE. “Naast dat ik het belangrijk vind dat het de industrie in de Eemsregio goed gaat, maak ik mij zorgen over hoe er maatschappelijk wordt gekeken naar de industrie. In plaats van oplossing voor het klimaatprobleem, want de sleutel voor verduurzaming ligt bij de industrie, zijn burgers en politiek vooral overal tegen. Voor onze legitimiteit is het belangrijk dat we het gesprek met overheid en omgeving blijven voeren en onszelf, als industrie in de regio, blijven laten horen. Met SBE maken we gezamenlijk geluid. Ik vind dat we de waarde van SBE niet moeten onderschatten”.
